Categorieën
Interview

„Op een natuurlijke manier leven en er toch je eten uit halen”

Hij groeide op tussen de biologische groente, maar de muziek lokte hem daar vandaan. Uiteindelijk was het een vrouw in de bossen in het verre Rusland die hem weer de weg naar huis wees. Nu werkt Arthur Buitelaar al tien jaar aan de opbouw van een voedselbos, met gebruikmaking van permacultuur. Hoe je als mens een heel andere rol kun spelen op de Aarde, als je in samenwerking met de natuur in je behoeften voorziet.

Het Moeras is de boerderij van mijn ouders. Ze kochten die in 1993, ik was zelf toen vijf jaar oud. Ze hadden hier een biologische tuinderij, waar ik al jong meehielp met schoffelen en groente schoonmaken.
Later ging ik naar Groningen om te studeren aan het conservatorium. Ik dacht toen dat ik nooit een tuin zou willen, ik wist hoeveel werk het was.
Ik zat in een appartementje in Groningen, waar ik op het spoor kwam van de Anastasia-boeken. Een verkoper had me op straat een abonnement aangesmeerd van de boekenclub ECI. Toen ik daar boeken ging bestellen, vond ik maar weinig leuke boeken op de website. Toen zag ik de boeken over Anastasia. Die hebben ook een spirituele kant en ik was bezig met meditatie, dus toen heb ik die maar gekozen.
Anastasia is een vrouw die woont in de Russische taiga in het bos en ze leeft daar helemaal in harmonie met de natuur. Zij krijgt bezoek van een Russische zakenman en aan hem laat zij haar manier van leven zien en ook haar visie voor de wereld en voor de mensheid.
De boeken van Anastasia hebben mij op een heel andere manier naar de wereld doen kijken. En ik ging ook anders kijken naar deze plek, het Moeras.
In de boeken van Anastasia gaat het ook over familiedomeinen. Zo’n familiedomein is de plek waar je alles vindt wat je nodig hebt om in je behoeften te voorzien. En ook een plek waar je weer verbinding maakt met de natuur.
Zo kwam de droom om meer zelfvoorzienend te gaan leven.
Mijn ouders waren inmiddels gestopt met de tuinderij. Ik vroeg hen hoe zij tegen zelfvoorzienend leven aan kijken. Toen ontdekte ik dat mijn ouders die droom over zelfvoorziening ook koesterden, ze hadden er alleen nooit iets mee gedaan. Zo kwam ik weer hier bij het Moeras terecht, inmiddels is dat al tien jaar geleden.

Zoektocht naar een permanente cultuur

Anastasia woont in de natuur. Het bos om haar heen biedt haar alles wat ze nodig heeft. Ik ging op internet zoeken hoe dat hier uitvoerbaar zou zijn en zo kwam ik bij voedselbossen terecht. Later ontdekte ik ook permacultuur. Vooral de voedselbossen spraken mij aan: die geven de mogelijkheid om op een heel natuurlijke manier te leven en er toch je eten uit te halen.
Toen ik me er in ging verdiepen kwam ik ook permacultuur tegen. Eerst dacht ik nog: ik weet niet precies wat dat is. Maar toen ik me erin verdiepte zag ik dat permacultuur nog breder is dan alleen voedselproductie.
Permacultuur is in feite de zoektocht naar een permanente cultuur. We leven momenteel in een cultuur die ondergaat aan zichzelf. Bij permacultuur vraag je je af hoe je als mens een heel andere rol kunt spelen op de Aarde, waarbij je juist in samenwerking met de natuur in je behoefte voorziet.
Ik ben destijds begonnen met een moestuintje en meteen daarna heb ik een mini-voedselbosje ontworpen: een eetbare bostuin met moerbei, mispel, een krentenboompje en allerlei andere eetbare struiken, met een onderbegroeiing van eetbare planten zoals munt en de Japanse andoorn. Zo ben ik hier begonnen met experimenteren, eerst in het klein, om fouten te kunnen maken die ik dan later op grotere schaal kan vermijden.

De balans van kikkers, padden, salamanders, slakken en rupsen

Vooral in de begintijd merkten we dat soms de hele oogst in de moestuin door de slakken werd opgegeten en de rupsen aten de kool op.
In de permacultuur kijk je dan naar de ecologie: hoe gaat het ecosysteem om met een plaag. Binnen het voedselweb blijven plagen binnen de perken, doordat roofdieren de organismen opeten waarvan er teveel dreigen te komen. Die situatie proberen we hier ook zoveel mogelijk te creëren. We hebben een wadi gegraven met een aantal poelen, waar nu veel kikkers en padden en salamanders zitten. Die eten de slakken en de slakkeneitjes in de moestuin. Zo kwam de balans terug. Hetzelfde geldt voor vogels: We hebben aan de andere kant van de moestuin een houtsingel staan, waar vogels kunnen schuilen en nestjes kunnen bouwen. Die vogels komen ook de moestuin in om slakken en rupsen te eten. Door biodiversiteit te creëren krijg je balans. In het ene jaar lukt dat beter dan in het andere jaar, maar inmiddels is het aardig gelukt zo’n balans te creëren.

Veertig kilo tamme kastanjes

Toen we hier in 1993 kwamen wonen, was het eigenlijk helemaal kaal, er stonden drie bomen op het land. Intussen staat het vol met bomen. Toen ik hier in 2011 terugkwam, was vooral aan de windsingel aan de noordkant goed ontwikkeld. Die was in 1995 geplant. Ook aan de zuidkant was een windhaag en er was al een poel gegraven met inheemse beplanting daar omheen.
Ik hoefde in 2011 dus niet te beginnen op een kaal stuk land, zoals mijn ouders destijds. Maar het grootste deel was grasland. Vooral daar hebben we veel aangeplant. We hebben extra bomen aangeplant voor de houtproductie. En de rest hebben we aangeplant met noten, fruitbomen en struiken. Zo proberen we een laag van zuid naar noord op te bouwen, een soort bosrand, waarbij we zoveel mogelijk zonlicht in het systeem kunnen opvangen. Tussen de rijen begrazen we met dieren.
We kunnen al oogsten van de bomen. We zitten nu onder een tamme kastanje, daarvan heb ik al veel geoogst. Van de verschillende bomen hebben we nu veertig kilo tamme kastanjes geoogst. Kastanje is een gewas waar je op kunt leven. Er zit veel energie in. En we hebben ook walnoten staan, appelbomen, perenbomen, bessenstruiken, planten en struiken voor specerijen, zoals Szechuanpeper. Daar kun je allemaal goed van eten.

Naar een duurzame voedselproductie

Als we in de toekomst een duurzame voedselproductie willen hebben, kunnen we deze principes toepassen in grootschaliger voedselproductie. Het zal er dan anders uitzien dan wat we hier hebben, want ons systeem is heel divers en veel dingen staan door elkaar heen. Maar de tamme kastanje kan heel veel koolhydraten en zetmeel produceren, iets wat we momenteel uit graan en aardappels halen. Zo’n boom plant je een keer en daarna kan hij eeuwenlang oogst produceren. Je hoeft niet elk jaar te ploegen en in te zaaien.
Ik zie voor me dat de voedselproductie meer die kant op zal gaan. Het wordt wel agroforestry genoemd, waarbij je op akkers rijen bomen plant waar je efficiënt van kan oogsten. Zulke akkers kunnen na verloop van tijd een deel van de eenjarige teelt overnemen.
Ook een andere manier van omgaan met de bodem kunnen we gaan toepassen in de akkerbouw en andere voedselproductiesystemen. Als we de ecologische kennis meer gaan toepassen in de landbouw, zullen we grote stappen kunnen maken.

De website van Het Moeras

Meer over Vladimir_Megre, de schrijver van de Anastasia-boeken