In het Friese Akkrum ligt een bijzonder schip. De Vooruitgang. De schippers van dat binnenvaartschip van 23 1/2 meter lang
zijn Susan Janssen en haar man Jorrit. Met het schip willen zij hun idealen vormgeven: watersport, mensen samenbrengen, buiten spelen en hele slimme technische dingen zo duurzaam mogelijk uitdenken. Want een duurzame leefstijl hoort bij Susan Janssen en dat begon al op jonge leeftijd.
Ik heb al heel lang het idee dat onze manier van leven niet de juiste manier is en dat je daar zelf veel aan kunt veranderen.
Het allereerste moment komt misschien uit een kinderboek, de Kinderen van Moeder Aarde van Thea Beckman. Ik kocht het in 1988 tweedehands voor een rijksdaalder. De maatschapij die daarin wordt geschetst is zo fantastisch, dat ik denk: zo zouden we het moeten doen.
Ik lees dat boek nog minstens eens per jaar. Het verhaal begint met een wereldoorlog, die de Aarde compleet naar de gallemiezen helpt. Dan gaat de grote speler zich ermee bemoeien en dat is de Aarde zelf. De mensen die het overleefd hebben komen in een ijstijd met honger kou, ellende en watertekorten. Maar Groenland verandert in een eiland met een prachtig klimaat. Daar ontstaat een nieuwe maatschappij, zonder partijpolitiek, zonder geldstelsel, waar mensen in harmonie leven met hun omgeving. Dat vond ik zo’n mooi plaatje, dat ik daar iets mee wilde doen. Dat begon dus echt al op mijn tiende.
In die tijd speelden voor mij natuurlijk heel andere dingen, zoals de vraag of mijn vriendinnetjes nog wel met we wilden spelen en dat ik roze schoenen wilde.
Mijn ouders zijn een soort halve hippies, met een eigen groentetuin, we leefden zelfvoorzienend binnen de mogelijkheden. Soms kon ik niet in bad omdat daar de spinazie lag te weken. Dus mijn interesse in duurzaamheid d komt deels voort uit mijn opvoeding en verder uit boeken en van de televisie. Hoe ouder je wordt, hoe meer je er zelf over nadenkt en hoe meer je zelf kunt gaan uitvinden. Hoe kan ik er voor zorgen dat ik nog meer impact maak op mijn leefomgeving? En misschien denken anderen dan: dat is best een relaxte manier van leven, laat ik dat ook eens proberen.
Het vergaderschip De Vooruitgang
De Vooruitgang is het schip van mijn man en mij. We verhuren dit schip als vergaderlocatie voor maximaal twaalf mensen. Alles op dit schip is zo duurzaam mogelijk opgebouwd. We maken onze eigen energie, met zonnepanelen die op het dek liggen. We hebben mega-goede isolatie, we slaan warmte op in de vloer, we varen op de zon, we hebben geen fossiele brandstoffen aan boord. Alles wat we aan boord hebben kan worden hergebruikt, als wij dit schip ooit niet meer zouden gebruiken.
Alles op gebied van duurzaamheid, waarvan wordt gezegd dat het niet kan, dat kan juist wel. Dat willen we laten zien.
Een schip van 130 jaar oud kun je niet energiezuinig maken? Als iemand dat tegen ons zegt, dan gaan wij ‘aan’. Dan gaan we bewijzen dat het wel kan. Er zijn meestal veel meer mogelijkheden dan je denkt.
Dit schip van 23 meter vaart op elektriciteit. Daarvan werd gezegd dat het niet kon, ‘je moet een diesel aan boord hebben’, heette het. Maar wij hebben een elektromotor aan boord, die je niet ziet en niet hoort. We varen op accustroom die van de zonnepanelen komt. Die accu’s zijn natuurlijk niet super milieuvriendelijk, maar ze gaan wel veel langer mee dan zo’n dieselmotor en de onderdelen daarvan die vervangen moeten worden.
Van april tot en met oktober of november levert de zon genoeg energie om het schip te laten varen. Alles aan boord wordt aangedreven door de zon. In de winter hebben we een klein beetje hulp van de wal nodig, en die walstroom wordt ook opgewekt door de zon. Dus we gebruiken hier aan boord geen fossiele brandstoffen.
Het eten hier aan boord komt uit een straal van 25 kilometer. Als we met het schip gaan varen, dan kun je de koeien aanwijzen waar de melk vandaan komt en eventueel een stukje vlees, als dat op het menu staat. Ook de groente komt van megadichtbij. Sinaasappelsap hebben we niet, appelsap wel. Er zijn wel een paar uitzonderingen, zoals koffie. Een vergaderschip zonder koffie, dat trekken de meeste mensen niet. En ook de wijn bij het diner komt niet altijd uit Nederland.
De toekomst aan tafel
Er komen hier allerlei verschillende groepen vergaderen, zoals ziekenhuispersoneel, grote bedrijven, teamtrainingen, programmabesprekingen, het zijn heel diverse gezelschappen.
Tijdens de vergadering gaan we varen. Het is een ‘heisessie’ op het water. Omdat het elektrisch is, hoor je het schip niet. Dat is heel vervreemdend. Ik word er soms een beetje half zeeziek van, omdat je niet hoort dat je vaart.
Als we een tukje hebben gevaren, leggen we het schip stil. En na afloop varen we weer terug. Dit schip zou ideaal zijn voor een snelle kabinetsformatie.
We hebben een extra stoel aan tafel staan, de Toekomststoel. Daarmee willen we stimuleren dat mensen langer vooruitkijken dan een paar maanden of een paar jaar. Vaker de vraag stellen of plannen toekomstbestendig zijn. Zijn de oplossingen van vandaag over tien of twintig jaar nog steeds een oplossing? Als je daar niet over nadenkt, dan heb je in mijn ogen wel een probleem. We leven op een eindige Aarde. Als we daar niet netjes mee omgaan, dan blijft er niet veel over om van te leven.
De toekomststoel komt trouwens uit een boek van Jan Terlouw, het heet Hebzuchtgas. Hoe hoger je in de lucht zit, hoe meer last je hebt van hebzuchtgas. Pas als je voeten op de grond staan, kun je kijken naar de toekomst. Het is een kinderboek en ik denk dat in kinderboeken de wijsheid in zit.
Kinderboeken
Kinderboeken zijn zoveel leuker dan grotemensenboeken. Er staan vaak ook plaatjes in. Momenteel lees ik aan mijn dochter van zes het boek Ogen van Tijgers voor, van Tonke Dragt. Het is een vervolg op Torenhoog en mijlenbreed. in het eerste boek ontdekken mensen op de planeet Venus een mensachtige levensvorm die in de bossen leven. Op Aarde is in ie tijd alleen nog maar stad. Het beschrijft hoe men in de natuur alles aan elkaar kan laten weten via gedachten. Maar op Aarde in de stad zijn mensen zo vervreemd geraakt van elkaar dat ze moeten praten en taal en tekens nodig hebben. Ik vind dat een heel mooi beeld, dat het verschil laat zien tussen stedelijk leven en natuurlijk leven.
Klimaatburgemeester
Ik ben samen met Lenny Alkemade klimaatburgemeester van Leeuwarden. Het is een erebaantje. Af en toe word je uitgenodigd om een evenement luister bij te zetten. Ik let dan wel goed op wat voor evenement het is. Ik ga niet naar een evenement over energiebesparing, waarbij mensen wordt verteld dat ze van alles moeten kopen. Energiebesparing begint niet met spullen kopen, het begint met dingen niet gebruiken.
In gesprekken over duurzaamheid, bijvoorbeeld in de media, hoor je vaak ‘wat heeft dat allemaal wel niet gekost’. Dan denk ik: bedenk eens wat het allemaal oplevert als je het niet hoeft te gebruiken. Ik vind het heel naar om steeds te denken vanuit geld en ‘de ander moet maar beginnen’.
We hebben eerst een verzorgingsstaat opgebouwd waar de overheid alles moest doen, daarna kwam het neo-liberalisme waarbij de markt alles moest doen en we vreselijk veel geld konden verdienen en nu zijn we zo verwend dat de overheid weer moet bijspringen. Moet de hoge gasprijs wel gecompenseerd worden? Misschien hebben we wel veel te lang veel te goedkoop gas gebruikt. En is een elektrische auto duurzaam? Geen auto is misschien veel efficiënter. En je kunt zonnepanelen neerleggen, maar misschien nog beter je huis serieus isoleren, om te zorgen dat je die energie niet nodig hebt.Ik vind windmolens prachtig, maar veel mensen hebben er een aversie tegen. Maar als je geen windmolen in je achtertuin wilt, dan moet je minder energie gaan gebruiken.
Consumeren is niet duurzaam. Consuminderen is dat wel. Als in een wijk geen veertig auto’s staan maar twintig, dan blijft er ruimte over voor andere zaken. Je kunt er dan een veel socialere wijk van maken waar je met elkaar kunt praten en spelen, je kunt meer bomen planten waardoor je minder last hebt van de warmte. Maar het lijkt alsof we daar helemaal niet over nadenken, dat alles voor ons georganiseerd moet worden. Je kunt toch ook eerst nadenken wat je zelf kunt doen, zodat de overheid niet met een zak geld over de brug hoeft te komen. Misschien kan die zak geld veel beter besteed worden dan aan ons nooit genoeg hebbende gedrag.
Nul op de meter
We hebben ons huis verbouwd en geïsoleerd en zo energiezuinig mogelijk gemaakt. Het is nu ‘nul op de meter’. We verwarmen met een luchtwaterwarmtepomp. Die onttrekt energie aan de buitenlucht en werkt op elektriciteit die we opwekken met de zonnepanelen. De warmtepomp verwarmt water die door de vloerverwarming heen loopt en het water wordt ook gebruikt voor douchen, afwassen en dergelijke. Op de vloerverwarming liggen nog panelen met daar een zout in, waar warmte in wordt opgeslagen voor de nacht, zodat dan de warmtepomp niet hoeft te werken.
Ik wil niet denken in termen van ’terugverdientijd’. Zodra het werkt en comfort gaat opleveren, verdien je al. Ik heb nu voor de rest van mijn leven voldoende aan alles wat er in het huis is.
Als je een nieuwe auto koopt of een nieuwe keuken installeert, dan praat ook niemand over terugverdientijd, dus waarom zou je dat bij verduurzaming wel doen?
Wat je niet nodig hebt hoef je niet te maken
Duurzaamheid is meer dan techniek, het grootste stuk gaat over gedrag. En dat is lastig aan te passen. Ik heb eens een experiment gedaan met 25 mensen op een rpm-fiets, om te zien hoeveel energie we kunnen opwekken. De vraag was of we in 45 minuten fietsen genoeg energie konden opwekken om na afloop vijf minuten onder een warme douche te kunnen staan. Zelfs de allerbeste fietser haalde het niet. Als mensen zien hoeveel energie je nodig hebt om iets te kunnen doen, dan worden ze zich bewuster. Mijn ouders leerden me dat je een trui aandoet als je het koud hebt. Dat zeiden ze niet eens omdat ze zo milieubewust waren, maar omdat ze in de jaren vijftig opgroeiden toen we in Nederland nog niet zo rijk waren. Ze waren gewoon zuinig.
Nu leven we in een heel grote welvaart. Die luxe hoeven we niet te verlaten, maar we kunnen het wel veranderen, bijvoorbeeld door meer groenten van het seizoen te eten. Alles wat je niet nodig hebt hoef je niet op te wekken, te produceren of te maken. Daar bespaar je mee!
Links